Goud Koren

Ik wandel in de tuin van mijn herinnering
waar prachtige bloemen bloeien
die geuren en kleuren
en mijn hart doen gloeien
Maar waar ik ook het kaf van het koren moet scheiden
om mij te verlossen van alle pijn en lijden
Dat kost tijd
Totdat er een dag aanbreekt
er alleen geelgoud koren zal zijn
En geen spijt.

Narcissenpracht

Als een kortstondig schouwspel
langs berm, in veld en polderloot
geven de narcissen
haar wondere schoonheid bloot
met parmantige kopjes
op ranke steel
in oogverblindend zonnegeel
dansend in de wind
koesteren zich in de zon
als een lentekind...

Lente ontwaakt

Aarzelend achter de sluiers van de winter
ontwaakt een nieuw seizoen
dat zich zal hullen in een betoverend
bruidskleed weelderig en groen
waarin vogels vol overgave
hun sonates zingen als juweeltjes
uit hun zoetgevoisde keeltjes
Alles zal groeien
Alles zal bloeien
in prachtige kleuren
met bedwelmende geuren
door de zon opengekust
die zintuigen strelen
in verlangende lust
Winterdromen zijn verjaagd
en straks de  lentefee haar kleed
in schoonheid draagt
Zo siert zij het nieuwe seizoen weer in
bloesem, groen en bloementooi
O, lieve lente
wat ben je mooi.

Lentelust

Als de zon zich vleiend zacht laat zien
in het lichtend ochtendgloren
dient het aangenaam gevoel
van de warme zonnestralen zich aan
en ons meeneemt op wegen die wij gaan
die stap voor stap vernieuwd voelen
al ware het opnieuw herboren
en we telkenmale zacht worden gekust
in het weer voelen 't wonder van komende lentelust...

Ria Wassenaar